„Brâncuși kwam op mij over als een heilige. Hij staat bovenaan mijn ranglijst" Ezra Pound

Brancusi kwam op mij over als een heilige Hij staat bovenaan mijn ranglijst" Ezra Pound

Het Roemeens Cultureel Instituut in Brussel viert de 140ste geboortedag van Constantin Brâncuși (geboren op 21 februari 1876 in Hobița, Roemenië, en overleden in Parijs op 16 maart 1957). 


Brâncuși, gezien als de pionier van de moderne abstracte beeldhouwkunst, heeft zuivere essentie van de Roemeense scheppingskracht in zijn totaliteit naar een tot dan toe ongeëvenaard niveau getild.

Door zijn eenvoudige boerenafkomst was zijn werk diep geworteld in de tradities, mythes en magische functie van de Roemeense volkskunst. De man die door Peggy Guggenheim, vermaard vanwege haar volmaakte artistieke smaak, werd omschreven als „half boer, half god", heeft aan de westerse wereld de sacrale dimensie van de werkelijkheid onthuld. De door Brâncuși geschapen vormen zijn het resultaat van zijn niet-aflatende zoektocht naar een nieuwe uitdrukkingswijze in de kunst.

Tussen 1909 en 1933 was het creëren van ei-achtige vormen een van Brâncuși's obsessies.

In 1921 schreef Pound over Brâncuși's relatie tot de eivormen en de overige grondvormen van zijn persoonlijke beeldhouwtaal: „Als een voorlopig etiket kan iemand deze (eivormen) beschouwen als de toegangssleutel tot de wereld van de vormen - niet tot «zijn» wereld van de vormen, maar alsof hij de «wereld van de vormen» heeft ontdekt".

Uitgaande van de werkelijke vormen van de voorwerpen en de figuren, streefde Brâncuși op obsessieve wijze naar het elimineren van de secundaire aspecten van het beeld dat het voorwerp vertegenwoordigt. De 41 Vogels (28 in marmer en bros en 13 in gips) die tussen 1908 en het begin van de jaren vijftig door Brâncuși zijn bedacht en voltooid, staan niet niet alleen voor de symboliek van de Vogel als abstracte vorm, zoals deze duidelijk is gedefinieerd in zijn vroege werken, maar zijn ook een afbeelding en evocatie van het idee van de vlucht.

Zo omschreef Brâncuși de Vogels:

Opstijgend naar de onmetelijkheid van de licht - dat is mijn «Vogel». Als kind droomde ik steeds dat ik tussen de bomen door naar de hemel wilde vliegen. Ik draag al 45 jaar de weemoed van die droom met me mee en blijf maar «Wondervogels» creëren. Ik wil niet een vogel afbeelden, maar de eigenschap op zich uitdrukken, de geest ervan: de vlucht, de bezieling..."

De godheid is overal; zowel wanneer je jezelf volkomen vergeet, als wanneer je je nederig voelt, als je jezelf aanbiedt. Het goddelijke blijft in je werk; het heeft iets magisch... Welnu, een New Yorkse dame die hier werkelijk van doordrongen was, huilde en knielde neer tegenover een van mijn «Wondervogels»."


Wij knielen neer en buigen voor de onmetelijkheid van de Maestro, en zijn eigen woorden indachtig „Ik houd van alles wat zich verheft", laten wij ons meevoeren naar de toppen van zijn kunst in de zuiverste vorm en blijven wij iedere welving, hoek en lijn van zijn universele werken bewonderen.