
Dan Coman heeft deelgenomen aan het Festival Transpoesie, georganiseerd door de Europese Unie van de Nationale Instituten voor Cultuur EUNIC Brussel, gewijd aan de viering van de Europese Dag van de Talen (26 september). Bij deze gelegenheid voerde hij een exclusief vraaggesprek met ICR Brussel:
Uw poëzielezing maakt onderdeel uit van het festival Europalia, waarvoor Roemenië dit jaar het gastland is. Met welke gedachten bent u naar Transpoesie gekomen?
Ik kom met de vreugde dat vandaag de dag dergelijke poëziefestivals nog bestaan. Dat er nog mensen bestaan, zowel lezers als schrijvers, die geloven in de kracht van de literatuur.
Ik kom met het ongeduld nieuwe dichters te leren kennen en oude vrienden terug te zien. Ik kom met de gedachte dat de literatuur nog een sterk en zelfverzekerd Europa kan laten zien. Ik kom met de zekerheid dat Roemenië hier een duidelijk omschreven plaats inneemt, die ook in de schijnwerpers wordt gezet door de buitengewone kwaliteit van zijn literatuur.
U bent de organisator van het Internationaal Festival voor Poëzie en Muziek ‘De poëzie is in Bistrița’. Wat is uw ervaring als organisator van een festival, met name van een poëziefestival? Welke conclusies heeft u tot nu toe getrokken en wat voor toekomst ziet u?
Het Internationaal Poëziefestival van Bistrița is mogelijk dankzij een uitzonderlijke culturele manager: Gavril Țărmure. Hij is degene die, al elf jaar lang, de administratieve en financiële kant van het festival verzorgt. Het is niet niks dat jaar na jaar, in Bistrița, op het toneel van de (tot Multicultureel Centrum omgetoverde) Synagoge werk wordt voorgedragen door belangrijke dichters uit heel Europa, die door mij en door Marin Mălaicu-Hondrari werden geselecteerd. Maar het belangrijkste is, vanuit ons standpunt gezien, het publiek. Het feit dat voor iedere editie van het festival mensen uit heel Roemenië naar de voordrachten van de dichters komen luisteren, een dialoog met hen aangaan, hun boeken lezen. De onderliggende gedachte is eigenlijk heel eenvoudig: als je voortdurend kwaliteit levert, bouw je een vast publiek op van kenners en liefhebbers. Ik geloof dat dit het grote succes van het festival van Bistrița is: het publiek. De poëzielezers zonder wie de dichters in het luchtledige zouden praten/schrijven. En de echte lezers kun je niet voor de gek houden met nepotisme, feestelijkheden en ophef.
Wat denk u over de receptie van poëzie in Roemenië? Hoe kan de boekenmarkt voor poëzie worden gestimuleerd en hoe kan het lezerspubliek worden gestimuleerd om poëzie te lezen en het schrijven van poëzie te ondersteunen?
Ik denk dat de receptie van poëzie bij ons niet anders is dan in de rest van Europa. Een paar festivals, bundels die worden gepubliceerd in kleine oplagen, een zekere marginalisering van de poëzie in vergelijking met andere literaire genres. Maar ik beschouw dat niet als iets uitzonderlijks. Zo is het altijd geweest. De rest is marketing. En marketing en poëzie zijn nu eenmaal dikwijls onverenigbaar.
Als we overgaan op het persoonlijke vlak… proza of poëzie?
Proza en poëzie. Literatuur.
Het genot van het schrijven en de vreugde van het lezen.
De ontdekking van het feit dat de instrumenten die je gebruikt wanneer je poëzie schrijft anders zijn dan de instrumenten die je gebruikt voor proza. Begrip voor het feit dat het, in beide gevallen, essentieel is er eerst voor te zorgen dat je ze onder de knie hebt, zonder de inhoud, de territoria, het perspectief te vermengen.
Ik hou van allebei, al zijn ze zo verschillend. Voor poëzie gebruik ik mijn ochtenden, voor proza de nachten. Dat is een kwestie van gewoonte. Van oefening en striktheid. En van de zekerheid dat ieder ervan de wereld waarin je leeft verandert, als is het maar met een millimeter.
Hoe bent u begonnen met schrijven? Welke rol heeft de literatuur in uw leven gespeeld?
De literatuur heeft mijn leven gered. Ik vertel mezelf dat dikwijls. In mijn puberteit, toen mijn eenzaamheid en gebrek aan zelfvertrouwen hun hoogtepunt bereikten, heb ik de zegeningen van het schrijven ontdekt. Het vermogen ervan om licht te werpen op dingen die het daglicht of het kunstlicht niet aan de oppervlakte kunnen brengen. Het vermogen om je het vertrouwen in je eigen krachten te geven. Ik heb geluk gehad. Ik heb tijdig de poëzie ontdekt. Die is mijn barometer geworden. En sindsdien ben ik er gebruik van blijven maken. Wanneer ik verliefd was, wanneer alles tegenzat, wanneer ik verder ging, wanneer ik moe was of gelukkig of alleen maar onverschillig. In alle gevallen heeft het feilloos gefunctioneerd.
Wat is het verschil tussen de internationale poëziemarkt in vergelijking met de Roemeense? Wat zou u in dit opzicht vaker willen zien in Roemenië? Welke goede praktijken kunnen overgenomen worden?
Ik denk dat er al enkele dingen bestaan die we van de anderen hebben geleerd: er zijn een paar poëzie-uitgeverijen opgericht met heel sterke collecties, zowel met Roemeens als buitenlands werk (vertalingen van Europese poëzie, waarin we nogal achterliepen te verschijnen en zijn gemaakt door professionele vertalers); de dichters beginnen betaald te krijgen voor hun boeken, voor hun publieke voordrachten (die steeds talrijker zijn); er bestaat steeds meer uitstekende poëziefestivals; er zijn een paar schitterende tijdschriften verschenen, die in geen enkel opzicht onderdoen voor de grote Europese poëzietijdschriften (Poesis International, Alecart).
U bent vertaald in het Frans en het Nederlands. Hoe staat u tegenover de vertaling van uw gedichten en wat brengt het u, als dichter, dat u wordt vertaald?
Ik denk niet heel veel na over vertalingen. Ik geloof niet dat het mijn probleem is. Natuurlijk ben ik heel erg blij als het gebeurt dat mijn gedichten worden vertaald en gepubliceerd in Spanje, Polen of Frankrijk, maar het is nooit iets waar ik al te veel bij stilsta. Ik ben echter heel blij wanneer ik in het Roemeens vertaalde, dichtbundels vind van uitstekende auteurs uit Hongarije, België, Tsjechië, Servië of Albanië, Turkije, Oekraïne, enz.